beoordelen, aanpakken en kennis delen
Het duwen of trekken van voorwerpen – ook als deze op wielen staan – vraagt veel energie en kan door fysieke overbelasting leiden tot met name schouderklachten. Het is daarom belangrijk om te zorgen dat de lasten niet te zwaar zijn en de frequentie van duwen en trekken niet te hoog. Daarnaast is het zaak om voor een goede ondergrond te zorgen en goed materiaal te gebruiken, bv. goed lopende wielen, handgrepen op de goede hoogte. Ook de werkwijze is van invloed: als een kar met een schok in beweging wordt gezet, is de belasting veel hoger dan als dat rustig gebeurt.
Volgens de Arbowet moeten werkgevers de risico’s van duwen en trekken opnemen in hun Risico-Inventarisatie en -Evaluatie en bij een te hoog risico in het Plan van Aanpak. Als de RI&E onvoldoende houvast biedt om inzicht in de risico’s te krijgen dan kan de Duw en Trek Check (DUTCH) uitkomst bieden.
De DUTCH is een eenvoudige methode om zonder krachtmetingen de fysieke belasting te bepalen, die optreedt bij het uitvoeren van bij duw- en trektaken.
Met de DUTCH kunt u nagaan:
De beoordeling gebeurt per taak; de uitkomsten gelden voor de hele groep medewerkers die die taak uitvoert. De methode is niet bedoeld voor de beoordeling van de fysieke belasting per medewerker, per functie of per dag.
Belangrijk: als er in uw organisatie functies voorkomen met meerdere fysiek belastende taken op een dag, dan geeft de Dutch geen volledig beeld van de belasting. Raadpleeg in dat geval een expert.
De methode is gebaseerd op kennis uit de literatuur over de belangrijkste risicofactoren voor duwen en trekken (schouderklachten), aangevuld met expertoordelen. Op basis van validatie onderzoek is de methode medio 2019 verbeterd.
De methode is ontwikkeld voor de beoordeling van duw- en trektaken van rollend materieel. Dit zijn taken waarbij het hele lichaam actief is, van de handen, arm, romp tot aan de benen.
De methode is geschikt voor beoordelingen bij volwassen medewerkers van 18 – 67 jaar, in alle branches en sectoren.
Voorbeelden van rollend materieel in verschillende branches zijn:
Mogelijke gebruikers zijn degenen die verantwoordelijk zijn voor de arbeidsomstandigheden in een bedrijf, bijvoorbeeld preventiemedewerkers, arbocoördinatoren, personeelsfunctionarissen, HRM-ers of – in kleine bedrijven – de directeur zelf. De methode vereist geen specifieke voorkennis. Ook arbodeskundigen, ergonomen, arbeidshygienisten en veiligheidskundigen kunnen gebruik maken van de methode.
Voor de risicobeoordeling moet u twee pagina’s met vragen doorlopen. Voor het beantwoorden van de vragen hebt u informatie nodig over de werksituatie:
DUTCH is ontwikkeld door TNO in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en in samenwerking met een expertgroep bestaande uit: Mark Boocock (Auckland University of Technology, New Zealand), Marco Hoozemans (Faculteit der Gedrags- en Bewegingswetenschappen, VU), Paul Kuijer (Nederlands Centrum voor Beroepsziekten, Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid, Academisch Medisch Centrum Amsterdam), Bert Moss (Inspectie SZW) en Hetty Vermeulen (vhp human performance). We bedanken Mark Boocock bovendien voor zijn bijdrage aan de validatie van DUTCH.